Comfortzone
Zone van comfort. Ik ben een beetje een gewoontedier, dus ik hou er wel van. Van die zone. Ik vertoef er graag. Ik vermaak me er prima en verveel me er zelden. Toch schijnt het heel heilzaam te zijn. Grensverleggend. Bekrachtigend en broodnodig nu en dan. Om buiten je zorgvuldig afgebakende, welbekende en vertrouwde regionen te stappen. Reuze gezond, aldus menig wel onderlegd professor.
Ik was bereid de proef op de som te nemen. Er zijn, zo las ik, meerdere wegen die ik kan bewandelen. Ik kan bijvoorbeeld op retraite naar Bali gaan. Ik kan een affaire beginnen met de buurvrouw. Ik kan over hete kolen lopen. Gelukkig kan het ook met minder ingrijpende methodes. Een daarvan is dat je met je handen omhoog over straat of door de supermarkt gaat lopen en dan om de paar minuten plat op je rug op de vloer gaat liggen. Daar blijf je dan 30 seconden liggen, waarna je weer opstaat en zonder blikken of blozen doorloopt. Dat zou je dan een heel erg opgelaten gevoel moeten geven, waar je dan gewoon doorheen moet ademen en dat zou dan wonderen kunnen verrichten.
De jaren van training met vier jonge jongens in winkels hebben mijn schaamteniveau tot een triest dieptepunt doen kelderen.
Dus daar liep ik met mijn armen omhoog door de Dirk. Wat natuurlijk helemaal niet handig is als je boodschappen aan het doen bent. Onhandig met mijn buik mijn karretje besturend leek ik al snel een overspannen luchtverkeersleider. Stug doorgaan en dus hoppa, plat op mijn rug op de grond en langzaam tot dertig tellen. Ik kwam niet ver, na krap twee seconden begon er al iemand om 112 te roepen en het kostte me de nodige overredingskracht om ze van mijn blakende gezondheid te overtuigen. Al die tijd voelde ik niets van grensverleggende opgelatenheid. De jaren van training met vier jonge jongens in winkels hebben mijn schaamteniveau tot een triest dieptepunt doen kelderen. De op luide toon uitgesproken verwonderingen: ‘Mevrouw, waarom heb jij een baard?’ en ‘Die meneer stinkt, hè mama’. De verrassingsmomentjes: Met stevige pas de Hema uitlopen en er buiten achter komen dat de twee die achter je lopen een afgekloven, onbetaalde rookworst in hun hand hebben. De oudste die zich laat uitdagen de onderste doos te pakken van iets dat we helemaal niet nodig hebben zodat die reclamewaardige piramide van dozen met veel lawaai omvalt. Braken bij de bakker, witte hemdjes opvrolijken met mama’s lippenstift. Pfff, de klassieke publieke driftbuien tel ik al heel lang niet meer mee.
Er was gelukkig nog een andere manier, namelijk gesprekken aanknopen met vreemdelingen. Ook hier heb ik echter niet zoveel moeite mee. Vreemdelingen zijn een eitje. Ik spui hele dagen ongevraagde, onbegrepen oneliners naar vreemdelingen. Meestal worden ze genegeerd, zelden gewaardeerd. Maar hier zag ik een kans. Wat ik namelijk wel vreselijk lastig vind om te doen is gesprekken aanknopen met bekenden. Schoolpleinmoeders, broers van zwagers, tandartsassistenten met wie ik vroeger op school zat. Vreselijk. Het zweet breekt me al uit als ik denk aan koetjes en kalfjes. Dus daar ging ik. En al heel snel wist ik weer waarom mensen comfortzones hebben. De moeizaamheid van de gesprekken die ik trachtte te voeren deed fysiek pijn. Mijn ongemak vibreerde tussen mij en mijn slachtoffers en doorspekte de praatjes met wederzijds onbehagen. Ik had achteraf geen bevredigd gevoel. Ik werd niet bekrachtigd. Ervaarde geen avontuurlijk gevoel van trots. Voelde me al helemaal niet gezonder.
Maar dik tevreden realiseerde ik me het volgende toen ik ’s avonds lag af te zien in zadelhouding: in Yin Yoga zoek ik voortdurend de grenzen van mijn comfortzone op. Fysiek en mentaal. Als ik ze vind, stap ik er overheen en verblijf ik daar. Vrijwillig in de duistere krochten van het onbekende. Ik voel weerstand, ik adem door. Ik voel protest, ik adem door. Ik voel ongemak, ik adem door. En achteraf voel ik me heilzaam. Ik voel me bekrachtigd. Ik voel me levendig en ik voel me gezond. Ik denk dat ik het dus daar maar bij hou.
Namasté
Chantal