1 januari 2021.
Met een zwaar hoofd en een lichaam dat aanvoelt alsof er een kudde koeien de polonaise op gedanst heeft, sjok ik moeizaam maar gelukkig de trap op naar de studio. Ik draag mijn matje en een kater van gisterenavond met me mee.
Wanneer ik de deur open begroet de studio me zoals altijd liefdevol en verwelkomt me met haar licht en haar ruimte en haar oordeelloze vriendelijkheid. Er valt nu al van alles van me af.
Het lijkt alsof de lucht in de studio vol zit met goedheid. Alsof ik loop door onzichtbare deeltjes die me verleiden verwachtingen los te laten en in mijn oor fluisteren dat alles goed is zoals het nu is. Dat ik goed ben zoals ik nu ben. En wie ben ik om in discussie te gaan met onzichtbare deeltjes.
Ik steek maar 1 kaarsje aan, namelijk die van onze studiobewaakster en rol mijn matje uit daar waar ik zicht heb op de ramen, op de lucht. Mijn mat slaakt een zucht van verlichting en strekt zich uit als een tevreden kat op een zonnige vensterbank.
Met een eerbiedige stap neem ik plaats aan de voorkant op mijn mat. Wat bijzonder toch hoe mijn lichaam daar direct op reageert. Hoe het zich stevig grondt, hoe het zich krachtig verlengt, hoe het zich zacht klaarmaakt zonder enige inmenging van mijn gedachten. Ik vertraag mijn adem en chant de openingsmantra zachtjes voor me uit.
Ik adem in en laat mijn adem mijn armen optillen. Ik glimlach om mijn zware hoofd. Ik adem uit en buig voorover. Ik glimlach om mijn stijve hamstrings. Ik adem gestaag door. Ik beweeg en ben dankbaar. Ik ben bereid te aanvaarden hoe mijn lichaam zich vandaag zal gedragen op de mat. Ik laat de houdingen die inmiddels geëtst staan in mijn wezen me meevoeren in het hier en nu. Ik voel leven door me stromen. Ik ben thuis en alles is goed.
Chantal