Yoga Blog – Sterk Spul
In een Amerikaans ziekenhuis, op een afdeling voor te vroeg geboren baby’s, werd een opmerkelijke ontdekking gedaan. Baby’s van afdeling A, groeiden veel beter dan baby’s van afdeling B. Sterker nog: deze baby’s maakten zelfs een normale ontwikkeling door, ondanks het feit dat ze te vroeg waren geboren. Beide afdeling hadden dezelfde procedures, dezelfde werkwijzen. Er werd een onderzoek ingesteld door de artsen.
Om medische redenen, uit angst voor onder meer infectiegevaar, was het beleid destijds op de couveuseafdelingen: verboden aan te raken.
De artsen wisten na enig aandringen een nachtzuster van afdeling A schoorvoetend toe te laten geven dat ze elke nacht huilende baby’s uit de couveuses haalde om ze te strelen en te troosten. Ze kon het wanhopige gehuil van deze baby’s niet verdragen en negeerde stiekem het verbod.
Aanraking is van levensbelang. Nog meer prachtige en afschuwelijke onderzoeken bijvoorbeeld naar babyaapjes en metalen moederapen, laten allen dezelfde uitkomsten zien. Aanraking is broodnodig.
Het zit zo. Onze huid zit vol sensoren. Die sensoren geven via het zenuwstelsel prikkels door en maken zo verbinding met ons emotionele brein. Daar wordt bepaald of de aanraking gewenst of ongewenst is en als de aanraking gewenst is, dan wordt het hormoon oxytocine aangemaakt.
En oxytocine is echt tof. Het wordt ook wel het knuffelhormoon genoemd. Het zorgt ervoor dat we aardig zijn en ons sociaal gedragen. Het versterkt onze band met andere mensen, laat de bloeddruk dalen, doet stress afnemen en zorgt voor een goede werking van het spijsverteringssysteem. Hiernaast bevordert het ons geluksgevoel, vermindert het gevoelens van verdriet en bestrijdt het fysieke pijn. Sterk spul, die oxytocine.
Als we ouder worden verdwijnt die behoefte zeker niet. Mits aangeraakt door de juiste persoon, met de juiste intentie, ben ik er zeker niet vies van. Leg mij op een massagetafel en ik lig schaamteloos te knorren van verrukking. Als Sjoerd mijn hoofd masseert, lig ik binnen vijf minuten gelukzalig te glimlachen met 1 wang in mijn eigen warme plasje kwijl. Ik vind het heerlijk om tijdens een yogales door een paar kundige handen stevig en liefdevol de juiste richting op gestreken te worden. En in de eindontspanning zak ik bij goed geplaatste aanrakingen minstens tien centimeter dieper in mijn mat.
Ik ben me er van bewust dat niet iedereen staat te springen om aangeraakt te worden. En dat degenen die dat niet waarderen daar hun eigen redenen voor hebben. Nare en minder nare redenen. En dat moet gerespecteerd worden. Ik geef in de les dan ook altijd aan dat mensen mogen, nee moeten aangeven als ze liever niet aangeraakt willen worden. Dat ik me allerminst beledigd voel wanneer me in vriendelijke bewoordingen gevraagd wordt mijn tengels thuis te houden. Ik zeg dat echter wel het liefst pas achteraf. Of tijdens uiteraard, direct als ik merk dat het lichaam niet goed op de aanraking reageert.
Er heerst namelijk een beetje een taboe op aanraken. Veel mensen hebben er een bepaald beeld bij. Voelen zich op voorhand ongemakkelijk. Denken het niet nodig te hebben. Denken er überhaupt te veel over na. En die mensen, die met de vage in plaats van de nare redenen, zouden misschien wel ‘nee, liever niet’ zeggen als je het van te voren zou vragen. Gewoon voor de zekerheid. Voor het geval dat. Want ‘waar gaat ze me dan aanraken’ en ‘misschien heb ik wel zweetvoeten’. En juist van die mensen krijg je soms de meest dankbare reacties achteraf. Sterk spul.
Namasté
Chantal