Weet ik veel. Nou, nee dus.
Hoe meer ik te weten kom, hoe minder ik weet. Hoe meer ik leer en ervaar, hoe meer ik lees en ontdek, hoe meer ik leer kennen en kennis ik vergaar, hoe meer ik me realiseer dat ik geen flauw benul heb. Of in ieder geval niet veel echt zeker weet. Diep in mijn hart denk ik dat dat voor de meeste van ons geldt, maar laat ik vooral voor mezelf spreken, want ook dat weet ik uiteraard niet zeker.
En dan heb ik het natuurlijk over de grotere vragen die me zomaar zo nu en dan kunnen bezighouden: wie ben ik, wat is een ziel en waar komen die extra zielen vandaan bij het groeien van de wereldbevolking, hoe frauduleus is mijn vrije wil, hoe ontstaan gedachten, welk deel van mij neemt beslissingen, is alles 1, wat is karma en hoe zit het dan met zielige kinderen, hoe snoer ik mijn ego de mond en wil ik dat wel, waarom is stilte soms eng, waarom moet je erfbelasting betalen, hoe gemeen denken gemene mensen zelf dat ze zijn, hoe slaat mentale spanning zich fysiek op en ga zo maar door.
Ik lees en leer dat op al die vragen meerdere antwoorden zijn. Dat alleen vind ik al een ware openbaring. (En een opluchting eerlijk gezegd). Ik begin te begrijpen dat hoe ik over veel van die dingen denk en de antwoorden die ik heb, te maken hebben met een heleboel factoren, sommige stiekemer dan andere. De cultuur waarin ik geboren ben en de tijd. De opvoeding die ik meekreeg en mijn ervaringen als baby, jong kind, tiener. Mijn amygdala, mijn reptielenbrein. Mijn opleiding, mijn liefdesleven. Mijn DNA en aangeboren spul. Mijn samskaras.
Al die factoren gaan in een grote blender en daar komt dan mijn persoonlijke levensvisie-smoothie uit. Naarmate ik ouder word schaaf ik het recept her en daar uiteraard bij. Nieuwe ingrediënten worden toegevoegd en andere laat ik weg. Maar ik was nooit iemand die de manier waarop ik de wereld en de mensen om mij heen bekeek echt ter discussie stelde. Ik was me er eerlijk gezegd niet eens van bewust dat er hele bevolkingsgroepen en werelddelen totaal andere ideeën op nahouden. Tot ik aan yoga ging doen. Nooit kunnen bedenken dat dat fysieke deel van yoga zo zou doorsijpelen. En toen wilde ik meer te weten komen.
Dus ik las en leerde. Wat zeg ik, ik lees en leer. En niet alleen over de yogafilosofie, maar ook over andere grote en kleinere stromingen, denkwijzen, filosofen en standpunten. En als ik dan mijn eigen bril even afzet waardoor ik naar alles kijk (waarvan ik überhaupt twijfel of dat wel mogelijk is), moet ik eerlijk zeggen dat er behoorlijk veel zinnige dingen gezegd zijn en worden. En dat veel van die zinnige dingen in elkaars verlengde liggen, maar soms ook lijnrecht tegenover elkaar staan. En dat er maar weinig harde bewijsvoering te vinden is. En tot mijn eigen stomme verbazing vind ik dat dus een heerlijk idee.
Dat wil dan namelijk zeggen dat ik kan kiezen. En aangezien ik toch niet weet welke denkwijze, levenshouding, filosofie de ware is, kan ik dus die kiezen waar ik het meest gelukkig van word. Ik kan zelfs mixen. Beetje van dit, beetje van dat. Zal misschien wel vloeken zijn in iemands kerk, tempel of yogastudio, maar ik word er blij van. Het voelt bij mij een beetje alsof er een last van mijn schouders af is. Dat ik niet alle antwoorden hoef te hebben, dat ik niet 1 waarheid hoef te kiezen. Op een belangrijke persoonlijke voorwaarde: Zolang liefde maar de boventoon voert. Dat is mijn heilige huisje, daar valt niet aan te tornen.
Liefde voor elkaar, voor de wereld, voor het leven, voor mezelf.
En daar mag jij uiteraard anders over denken.
Chantal